Optimisme kun je leren

Martin Seligman, de Amerikaanse psycholoog en grondlegger van de positieve psychologie, deed onderzoek naar de factoren waaraan mensen goede en slechte gebeurtenissen toeschrijven en welke verklaringen ze hiervoor geven. Hij ontdekte een verschil in denken tussen pessimisten en optimisten.

Pessimistische mensen denken dat negatieve gebeurtenissen hun eigen schuld zijn en dat de gevolgen ervan lang voortduren. Ze geloven zelfs dat die ene gebeurtenis invloed blijft houden op alles wat nog gaat gebeuren: ‘bij mij gaat altijd alles fout’, ‘ik kan niets echt goed’, ‘ik zal nooit afvallen’. Positieve gebeurtenissen komen volgens hen door externe factoren. Ze hebben volgens zichzelf geluk gehad en het had niets met hun eigen invloed erop te maken.

Optimistische mensen reageren juist net andersom. Een positieve gebeurtenis zien ze als iets waarop ze zelf invloed hebben gehad, het zegt iets over henzelf. ‘Ik kan goed met mensen omgaan’ en ‘ het was soms lastig, maar ik vond het een mooie uitdaging en dat had effect’. Gebeurt er iets negatiefs, dan schrijven optimisten dit toe aan een specifieke, tijdelijke en externe factor: ‘vandaag lukte het even niet zo goed met het uitwerken van die notulen, omdat ik wat meer moe was’. Zij noemen vaak een externe reden die tijdelijk van aard is om aan te geven waarom iets niet is gelukt.

Is optimisme iets wat in je zit?
Sommige mensen zijn van nature optimistischer dan een ander. Maar optimisme kun je leren. Bijvoorbeeld via de volgende oefening:

Kijk elke avond terug naar een prettige gebeurtenis van die dag. Koppel deze gebeurtenis aan iets algemeens, stabiels of van jezelf:
Gebeurtenis: “Vandaag reageerde mijn baas tevreden op mijn plan”
Algemeen: “Ik ben een goede werknemer”
Stabiel: “Mijn baas is al langer tevreden, want hij geeft mij vaker een compliment”
Van jezelf: “Ik kreeg dat compliment, omdat ik mij inzet en goed nadenk over mijn werk”

Kijk ook elke avond terug op een vervelende gebeurtenis van die dag. Koppel deze aan iets specifieks, tijdelijks of buiten jezelf:
Gebeurtenis: “Vandaag lukte het mij niet om mijn belofte na te komen om mijn collega te helpen”
Specifiek: “Als ik normaal gesproken iets beloof, kom ik dat altijd na”
Tijdelijk: “Nu is het mij niet gelukt, maar de vorige keer heb ik hem goed kunnen helpen”
Buiten jezelf: “Het is mij niet gelukt om de belofte na te komen, omdat er ineens dringende zaken tussendoor kwamen die ik niet had voorzien”

Liever een optimist die ongelijk heeft?
Mensen met een pessimistische denkstijl blijken meer risico te lopen om een depressie te ontwikkelen dan mensen met een optimistische denkstijl. Wel hebben pessimisten vaak een realistische kijk op de wereld. Ze kijken naar de werkelijkheid. Realisme kan dan ook geen kwaad, maar het hebben van optimistische illusies laten ons wel beter en gelukkiger voelen. Voor jezelf kan het dus geen kwaad om die optimist te zijn die ongelijk heeft, in plaats van die pessimist die gelijk heeft.

Positieve psychologie: de nadruk leggen op mogelijkheden

Wie enthousiaste en gedreven medewerkers wil, kan het best inspelen op hun motivatie. Als je mensen laat doen waar ze goed in zijn en ze de kans geeft hun talenten verder te optimaliseren, zijn ze gelukkiger, gezonder én productiever. Dit benadrukt de positieve psychologie. Deze kijkt namelijk naar de omstandigheden waarbij mensen tot bloei komen. Naar technieken die het welbevinden bevorderen. Je gaat je beter voelen als je uitzoekt wat je kwaliteiten zijn en hoe je deze kunt inzetten voor iets wat je voldoening geeft.

Positieve psychologie is een stroming binnen de psychologie. De traditionele psychologie legt de focus op problemen en afwijkingen. Positieve psychologie kijkt naar wat mensen gelukkig maakt en legt de nadruk op mogelijkheden. Dus niet het analyseren van problemen, maar het analyseren van oplossingen.

Meer dan alleen herstellen wat mis is
De traditionele psychologie ontdekt en geneest (psychische) problemen. Maar een behandeling is meer dan alleen herstellen wat mis is. Wanneer iemand genezen is verklaard na psychische hulp, komt deze vervolgens weer terug in de maatschappij. In dezelfde situatie als waar de problemen ontstonden. Om echt verder te kunnen is het niet alleen nodig om aandacht te schenken aan stoornissen, zwakheden en beperkingen, maar moet ook worden gekeken naar hoe nu verder te leven binnen je eigen omgeving. Positieve psychologie kijkt dan ook naar hoe mensen in het leven staan en wat hun beperkende gedachten en gedragingen zijn, om deze om te zetten naar doelen.

Aandacht voor wat werkt en wat je kunt
Door het bewustzijn te vergroten van beperkende gedachten en gedragingen, kunnen deze worden aangepakt. De positieve psychologie laat mensen hun kwaliteiten zien. Door dit verder te ontwikkelen en uit te breiden, genereren ze positieve emoties. En dat stimuleert het creatieve denken en creëert persoonlijke mogelijkheden. De positieve psychologie schenkt aandacht aan de sterke kanten en goede eigenschappen. Het bouwt aan wat al goed gaat en kijkt naar iemands competenties. Aandacht dus voor wat werkt en wat je kunt. Zo kan de kennis en kunde van iedere medewerker optimaal worden ingezet.

De grondleggers van positieve psychologie
Daar waar de traditionele psychologie zich vooral richt op trauma’s, depressie, gebreken en (psychische) problemen, besloten de Amerikaanse psychologen Martin Seligman en Mihaly Csiksentmihalyi in 1988 om zich te richten op wat mensen gelukkig maakt. Zo ontstond de positieve psychologie. Zij toonden aan dat het effectiever is om meer aandacht te besteden aan positieve ervaringen en aan kwaliteiten van mensen.